St. Petrus Basiliek, 5830, Boxmeer

De Vaart

Rond het jaar 1400 is er een wonder gebeurd tijdens de viering van de Mis in de Boxmeerse Petruskerk. De priester die de Mis opdroeg zou hebben getwijfeld aan de tegenwoordigheid van Christus in de gedaanten van brood en wijn. Tijdens de consecratie veranderde de wijn werkelijk in bloed en kwam in de miskelk omhoog. Enkele druppels vielen op het corporale, de linnen doek onder de kelk. De priester schrok hevig, viel op zijn knie�n en smeekte God om vergeving. Kort daarop veranderde het bloed in de kelk weer in wijn. De bloedruppels op de doek bleven echter bewaard en werden voortaan als reliek vereerd.

Jaarlijks wordt dit wonder herdacht in een processie, de zogenaamde Vaart. Het reliek van gedroogde bolletjes bloed wordt dan in processie meegevoerd. Dat gebeurt op de tweede zondag na Pinksteren.

Het reliek wordt bewaard in een koperen en zilveren schrijn uit 1656, geschonken door graaf Albert van den Bergh en zijn echtgenote Madeleine de Cusance. Daar omheen zit weer het oorspronkelijke verguld-koperen reliekschrijn uit 1482, geschonken door Johannes van Meer, kanunnik te Zutphen.

In het jubileumjaar 1900 kwamen er vele pelgrims naar Boxmeer, zelfs uit Duitsland en Amsterdam. Bij de jubileumviering in 2000 kreeg de Sint-Petruskerk de status van basiliek.



De Vaart