24 dec, 13:26
2014
Vakredactie
Financieel
Jannie Benedictus (via www.amweb.nl)

Wetsvoorstel versnelde verhoging AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd gaat vanaf 2016 versneld omhoog, naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. In het huidige tempo zou de AOW-leeftijd pas in 2023 op 67 jaar uitkomen. Vanaf 2022 wordt jaarlijks bekeken of de AOW-leeftijd verder omhoog moet. Daarbij wordt gekeken naar de gemiddelde levensverwachting.

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken heeft het wetsvoorstel hiervoor recent naar de Tweede Kamer gestuurd. Het plan was al aangekondigd in het regeerakkoord. Het kabinet vindt een snellere verhoging van de AOW-leeftijd nodig omdat mensen steeds ouder worden. Door de economische crisis zijn de overheidsvoorzieningen bovendien moeilijker te betalen.

Overbrugging Voor mensen met lage inkomens die door de snelle verhoging van de AOW-leeftijd in financiële problemen komen, is er een tijdelijke overbruggingsuitkering. Die is nog wat verruimd, zoals het kabinet eerder heeft afgesproken met vakbonden en werkgevers in het sociaal akkoord. De overbruggingsregeling staat open voor mensen die voor 2013 al VUT of prepensioen hadden. Zij komen van hun 65e tot het ingaan van hun AOW-leeftijd in aanmerking voor een uitkering op minimumniveau. Voorwaarde is dat hun inkomen niet hoger is dan twee maal het minimumloon (alleenstaanden) of drie maal het minimumloon (samenwonenden).

FNV Vakcentrale FNV is niet blij met het wetsvoorstel. “Er zijn op dit moment ruim 600.000 mensen werkloos, en door dit voorstel gaan 300.000 mensen later met pensioen. Dit verzwakt de toch al slechte arbeidsmarktpositie van werkzoekenden en leidt alleen maar tot meer werkloosheid. Vooral jongeren en werklozen boven de 50 zijn hiervan de dupe”, zegt FNV-voorzitter Ton Heerts.

Fiscaal kader In lijn met de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd wordt ook de mogelijkheid versneld aangepast om onder bepaalde voorwaarden in aanvulling op het ouderdomspensioen een fiscaal gefaciliteerd deelnemingsjarenpensioen op te bouwen. Klijnsma: “Het deelnemingsjarenpensioen is bedoeld om werknemers die al op jonge leeftijd zijn begonnen met werken een paar jaar eerder met pensioen te laten gaan. Bij de invoering van de regeling maakte het deelnemingsjarenpensioen het mogelijk om na 40 zogenoemde deelnemingsjaren 2 jaar voorafgaande aan de AOW-leeftijd met een redelijke uitkering met pensioen te gaan. In de wet is geregeld dat de relevante grenzen voor het deelnemingsjarenpensioen (leeftijds- en deelnemingsjarencriterium) overeenkomstig de verhoging van de AOW-leeftiijd worden aangepast. In het verlengde van de thans voorgestelde versnelde ophoging van de AOW-leeftijd worden daarom ook bij het deelnemingsjarenpensioen de relevante grenzen versneld gewijzigd.”